Bij alle ringetjes word maatverhouding genoemd. Wat is dit, en waar is het voor?
De maatverhouding is hoe vaak de draaddikte (in een lijn) over de binnenmaat van de ring past.
In het Engels wordt het Aspect Ratio genoemd, vaak afgekort tot AR.
Een ring met een draaddikte van 1 mm en een binnenmaat van 5 mm, heeft een maatverhouding van 5.
Een ring met een draaddikte van 2,0 mm en een binnenmaat van 8,2 mm, heeft een maatverhouding van 4,1.
Om het wetenschappelijk te schrijven: AR = ID/WD
AR = Aspect Ratio (Maatverhouding)
ID = Inner Diameter (Binnendiameter, of binnenmaat van de ring)
WD = Wire Diameter (Draaddiameter, of draaddikte)
Waar is dit handig voor?
Dit is voor een paar dingen handig.
Groter of kleiner maken
Ringen met dezelfde maatverhouding gedragen zich hetzelfde in een maliënpatroon, ook als de daadwerkelijke maat van de ringen groter of kleiner is.
Stel je hebt een armband gemaakt, en je wil die nog eens maken in een kleinere maat. Draad is meestal in beperkte diktes te krijgen, maar hoe weet je welke binnenmaat goed werkt? Als de maatverhouding hetzelfde is weet je dat die ringen voor dat patroon werken, ook al zijn het kleinere ringen.
Mocht je niet precies dezelfde maatverhouding kunnen vinden, meestal werkt een ring met een iets grotere maatverhouding ook nog. Een kleinere maatverhouding kan te krap zijn.
Communicatie
Een ander nut is dat veel maliënpatronen online alleen maatverhoudingen worden genoemd waar je deze mee kan maken, omdat het te verwarrend wordt om op te geven welke precieze maten allemaal werken, zeker als je met Amerikaanse maten en verschillende gauge-systemen te maken krijgt.
Sommige patronen hebben een heel specifieke maatverhouding nodig. Bij JPL (Jens Pind Linkage) bijvoorbeeld, kan de maatverhouding natuurlijk niet te klein zijn omdat het anders niet past; maar als die te groot is blijven de ringen niet achter elkaar haken en valt de ketting in Spiral uit elkaar.